In een eerdere bijdrage op onze site heb ik verslag gedaan van een zaak van ons kantoor die heeft gediend bij het hof Leeuwarden en waarin het hof naar aanleiding van een door ons ingediend verzoek, het ontnemingsbedrag terug bracht van € 400.000,– naar €40.000,– (zie link). Onze cliënt kreeg daarmee gelukkig weer wat zicht op de uiteindelijke afronding.
En nog steeds slagen wij er met enige regelmaat in om voor onze cliënten mooie successen te behalen en ontnemingsbedragen aan te laten passen. Maar eenvoudig is dat niet. En vaak zit iemand uiteindelijk toch jarenlang vast aan een zware aflossingsverplichting. Maar hoe zit dat eigenlijk? Hoe lang kan de verplichting tot aflossing blijven voortduren?
CJIB: lastig kersen eten
Als de rechter het ontnemingsbedrag uiteindelijk definitief heeft vastgesteld komt vroeg of laat het CJIB (Centraal Justitieel Incassobureau) in beeld. Zij zijn degenen die het bedrag moeten gaan invorderen. En dat begint altijd met een korte en zakelijke brief (vaak voorzien van een acceptgiro) waarin simpelweg wordt verzocht het te betalen bedrag binnen een dag of 10 te voldoen. Dat het daarbij om tonnen of zelfs miljoenen kan gaan maakt de inhoud van de brief niet anders.
Tot voor kort was het in de praktijk vaak erg lastig om met het CJIB een (passende) afbetalingsregeling te treffen. Het CJIB hoefde dat ook niet te doen: er was geen regeling waarin een dergelijke verplichting was vastgelegd. Sinds 1 september 2017 is daarin wat veranderd. Onder strikte voorwaarden is er nu iets meer ruimte om met het CJIB tot een regeling te komen. Van groot belang daarbij is dat met het aanvragen van een regeling niet te lang moet worden gewacht en dat de aanvrager bereid en in staat moet zijn om volledig inzicht te geven in zijn inkomsten en uitgaven.
Bovendien worden eenmaal getroffen regelingen elk jaar opnieuw beoordeeld en (vaak) naar boven bijgesteld. Soms zelfs tot astronomische bedragen. Met andere woorden: ieder jaar opnieuw komt de stress over het wel of niet verkrijgen van een nieuwe regeling weer terug. Maar houdt dat dan nooit op?
Hoe lang kan het CJIB blijven invorderen?
Alhoewel sommige mensen zullen denken dat er nooit meer een einde aan komt en ze voor de rest van hun leven aan het CJIB vast zitten, ligt dat toch iets anders. Het recht om in te kunnen vorderen verjaart namelijk. Net zoals het recht om een strafbaar feit te kunnen vervolgen ook verjaart. Het volgende voorbeeld maakt het duidelijk.
Stel: u bent veroordeeld voor het hebben van een hennepkwekerij. In de kwekerij stonden per oogst zo’n 250 planten en de kwekerij heeft naar schatting van het OM een flink aantal maanden gedraaid. Het hebben van een dergelijke kwekerij is strafbaar gesteld in artikel 3 B van de Opiumwet. Er staat een maximale gevangenisstraf van 6 jaar op.
Het recht om iemand voor het hebben van zo’n kwekerij te vervolgen verjaart na 12 jaar. Dat is geregeld in artikel 70 en verder van het wetboek van Strafrecht. Dus: na 12 jaar kun je niet meer worden vervolgd. En die termijn is ook van belang om vast te stellen wanneer het CJIB niet meer kan incasseren.
Want als het OM wel tijdig tot vervolging over gaat, dan is daaraan tegenwoordig vrijwel altijd ook een ontnemingsvordering gekoppeld. Op het moment dat de rechter het ontnemingsbedrag definitief heeft vastgesteld en de zaak voor de verdere tenuitvoerlegging (invordering) is overgedragen aan het CJIB, begint ook de termijn te lopen waarna het recht om in te kunnen vorderen verjaart. En het CJIB u dus niet meer kan dwingen om te betalen.
Terug naar het voorbeeld: het recht te vervolgen verjaart na 12 jaren. Maar het recht om het ontnemingsbedrag in te vorderen verjaart na (in ons voorbeeld) 12 jaren + 1/3 daarvan; ofwel na 16 jaren. Dat is geregeld in artikel 76 wetboek van Strafrecht. De verjaringstermijn voor het feit zelf is dus ook van belang voor de termijn van de invorderingsverjaring. Hoe langer de verjaringstermijn is voor de vervolging (bijvoorbeeld bij harddrugs) hoe langer het duurt voordat de mogelijkheid om in te vorderen is verjaard.
Licht aan het einde van de tunnel voor CJIB?
Alhoewel het dus nog steeds iets is van de zeer lange adem merk ik in de praktijk regelmatig dat het sommige mensen toch goed doet om te weten dat er ooit, in de heel verre toekomst, een moment komt dat het CJIB niets meer kan doen. Ook al staan er nog tonnen open: het CJIB kan dan niet meer invorderen en hoge betalingsregelingen afdwingen. De schuld blijft formeel wel bestaan: maar de stress verdwijnt.
Is er licht aan het einde van de tunnel? Ja: maar je moet wel heel goed kijken om het te kunnen zien. Vaak ontkom je er niet aan om in de tussentijd – als de omstandigheden er naar zijn – een verzoek tot vermindering of kwijtschelding in te dienen.
Heeft u vragen over alles wat met ontneming te maken heeft of zit u zelf midden in procedure over een ontnemingsvordering of heeft het OM die aangekondigd? Neem contact met ons op. Wij kunnen u helpen met alle aspecten van de ontnemingsmaatregel: van het treffen van een schikking met het OM, tot het bestrijden van een vermogensvergelijking zoals bijvoorbeeld een kasopstelling, of het indienen van een verzoek tot vermindering of kwijtschelding en het voeren van verweer tegen een vordering tot gijzeling.
Mr. Henk Voors